Huisregels 

Samen de klus klaren
*Op Hippago doen we ongeveer een uur per dag klusjes om de paarden te verzorgen (stallen mesten, drinkbakken bijvullen, aanvegen). Alle deelnemers doen mee en we zijn tegelijkertijd klaar. Dus als er nog andere deelnemers bezig zijn, gaan we die helpen als we klaar zijn.
*Er is een schema om te helpen met tafel dekken en/of tafel afruimen en/of afspoelen en/of vaat in de vaatwasser zetten.

Mobieltjes en social media
Mobieltjes staan niet aan tijdens het programma en de gezamenlijke maaltijden! Als je in je vrije tijd wordt gebeld, dan ga je naar een andere ruimte of naar buiten om het gesprek te voeren, zodat de groep daar geen last van heeft.
Er worden altijd mooie en grappige foto’s en filmpjes gemaakt. We spreken af dat we geen filmpjes of foto’s op You Tube, Facebook, Instagram, Tiktok of andere Social Media zetten zonder toestemming van de personen die op beeld te onderscheiden zijn.
Let op! Opladers dienen niet in het stopcontact te blijven nadat een mobieltje is opgeladen. Dit levert brandgevaar op.

Respect voor spullen van een ander
Op Hippago willen we graag dat je spullen veilig zijn. Je gebruikt geen mobieltje van een ander zonder toestemming; je pakt geen snoep of frisdrank van een ander zonder toestemming en ook andere spullen en geld van een ander laat je ongemoeid. Zelf zorg je er voor dat snoep, geld en andere spullen niet rondslingeren, zodat duidelijk is wat van wie is. Je gedraagt je in onze binnenaccommodaties en op ons terrein zoals je je thuis ook gedraagt. Je laat de badkamer achter zoals je hem aantrof, je gaat voorzichtig met de spullen om en je gaat niet met je vieze vingers aan de muren of aan de meubels zitten. Een wc laat je netjes achter. Als er iets stuk is of volgens jou niet in orde is, kom je dat direct melden bij de leiding zodat het zo spoedig mogelijk in orde kan worden gemaakt.

Vuile vaat en vuilnis
Glas en glazen mogen niet meegenomen worden uit de kantine en in de buurt van paarden, stallen of weiland worden neergezet. Alleen in en om accommodaties zoals pipowagens en veranda.
Plastic, papier en afval worden in vuilnisbakken gegooid.
Maandverband en tampons worden in wc-papier gerold en in het afvalbakje gegooid.

Omgangsregels
Op Hippago gaan we respectvol met elkaar om. We schelden elkaar niet uit, pesten elkaar niet, sluiten elkaar niet buiten en helpen elkaar waar nodig. Zijn er problemen in de groep, dan worden deze met elkaar – in aanwezigheid van de leiding – doorgesproken en opgelost.

Ook met de buren houden we rekening. We hebben goed contact met al onze buren en dat willen we graag zo houden!
Het pad naar ons huis is voor een deel eigendom van Hippago en voor een deel eigendom van de buren. Op het pad wordt stapvoets gereden met auto’s, de inham van de buren wordt niet gebruikt als mogelijkheid om de auto te keren of te parkeren of als fietsenstalling. We laten geen rommel achter op het pad.
Voor 8 uur ’s morgens en na 10.00 uur ’s avonds wordt er buiten niet geroepen, geschreeuwd, gezongen, hard gelachen of anderszins lawaai gemaakt.
Regels ten aanzien van agressie
Op Hippago accepteren wij niet dat iemand de stemming verpest door vervelend tegen anderen te doen, anderen uit te schelden, de baas te spelen, of een boze bui te hebben waar anderen bij zijn.
Als het gedrag van een individu de stemming van de groep nadelig bepaalt of bepaald heeft door verbale agressie (schelden, schreeuwen), of als andere deelnemers bang worden of zijn geweest van deze vorm van agressie, dan wordt de deelnemer weggestuurd.

Terreinregels

* Aanwijzingen van de leiding dienen opgevolgd te worden.
* Aanwezigheid op het manegeterrein geschiedt op eigen risico.
* Kinderen jonger dan 8 jaar mogen uitsluitend onder directe begeleiding van ouders of verzorgers bij de stallen komen.
* Rondom stallen, weilanden en rijbanen zijn voor bezoekers dichte schoenen verplicht. Daar mag je dus niet met teenslippers of sandalen komen.
* Bezoekers mogen niet in weide, paddocks en stallen komen als er een paard in staat.
* Als er ergens een bruin lint hangt (bijvoorbeeld op het zadnpad) betekent dit: verboden toegang.
* Aanwezigen op het terrein dienen zich rustig te gedragen en dienen op veilige afstand van de rijbaan te blijven. Ze mogen zich niet ongevraagd met de gang van zaken tijdens het rijden/instructie bemoeien.
* Ouders/verzorgers van kinderen dienen hun kinderen zoveel mogelijk in de gaten te houden, en te attenderen op de gevaren en risico’s van het spelen op een hippische accommodatie.
* Het is niet toegestaan om op foerage (stro-, hooi- en kuilbalen) en machines te spelen.
* Honden zijn in het algemeen niet toegestaan op ons terrein. In overleg wordt hier een enkele keer op afgeweken.
* Alcoholgebruik is alleen toegestaan bij de wettelijk toegestane leeftijd.
* Alcoholgebruik voor of tijdens het rijden is niet toegestaan.
* Het in bezit hebben en/of gebruik van drugs (hier valt ook lachgas onder) is ten strengste verboden op Hippago.

Roken
* Met uitzondering van de locaties die daartoe expliciet zijn aangewezen geldt voor het hele terrein een rookverbod. Wel gerookt mag worden:
– op het terras tussen de boerderij en het activiteitengebouw
– in de tuin van het vakantiehuisje

Stalregels

* In en om de stallen wordt niet gerend, geschreeuwd of gestoeid. De radio mag aan staan, maar niet keihard. Als de paarden eten, worden ze met rust gelaten.

* Het gangpad mag nooit geblokkeerd zijn door hooi, stro, zadels, laarzen e.d. Als een paard in de gang schrikt, moet zijn begeleider zich in veiligheid kunnen brengen.

* Pony’s en paarden krijgen geen snoep of eten tussendoor als ze op stal staan. Alle pony’s en paarden krijgen tegelijkertijd voer.
* Paarden mogen alleen onder toezicht van medewerkers of personen die hier ervaring mee hebben in/uit de weide gehaald worden. Er gaat altijd iemand (door de leiding aangewezen) mee om het stroomdraad open en dicht te doen. Als pony’s en paarden uit de wei zijn gehaald, worden àlle linten en stroomdraden weer dichtgedaan.

* Er lopen nooit meer dan 2 pony’s of paarden achter elkaar aan. Er is minimaal 1 paardlengte afstand tussen de twee. Je gaat niet met pony of paard de stal in voordat je zeker weet dat het gangpad vrij is. In het gangpad kan een paard niet keren!

Poetsen

* Lespaarden worden alleen zonder toezicht gepoetst/opgezadeld wanneer men over voldoende deskundigheid beschikt. Dit ter beoordeling van de leing van Hippago.

* Pony’s en paarden worden niet vastgezet op stal of buiten. De meeste pony’s en paarden gaan namelijk hangen als ze worden vastgezet. Het halster mag wel om blijven, maar zonder halstertouw.

* Pony’s en paarden worden op stal gepoetst en opgezadeld. Tijdens het poetsen wordt de boxdeur met de bovenste grendel gesloten.

* De poetsdoos blijft buiten de stal staan (we hebben al genoeg stukke poetsdozen).

* Er wordt NIETS in de voerbakken van de paarden gelegd tijdens het poetsen, opzadelen en afzadelen. Een voerbak is voor het eten van het paard en niet voor bv. borstels met haren en zand.

* De bedoeling van poetsen is
1. Dat je contact legt met het paard/de pony waarop je gaat rijden zodat je op elkaar ingetuned raakt;
2. Dat je paard/pony wordt gemasseerd zodat hij zich kan ontspannen;
3. Dat zand en aangekoekte mestresten worden weggenomen daar waar zadel, singel en hoofdstel komen zodat drukplekken worden voorkomen.

* De volgorde van poetsen is
1. Met de roskam zand en mestresten losmaken in de vacht
2. Met de zachte borstel zand en mestresten wegvegen van de vacht
3. Met de manenborstel de manen uit de klit halen
4. De harde borstel is eigenlijk voor de staart, maar wij hebben afgesproken dat de voorpluk en de staart van onze pony’s en paarden niet worden geborsteld of gekamd! Elke keer dat dat gebeurt, verliezen ze namelijk haren. De manen zelf mogen wel worden geborsteld.
5. Hoeven krabben hoeft hier niet omdat het op Hippago geen meerwaarde heeft (op andere maneges juist wel, dus denk eraan dat elke manege zijn eigen regels heeft).

* Na het poetsen en voor het zadelen wordt de poetsdoos of – tas goed gesloten en weer in de zadelkast gelegd.

* Bij het poetsen en opzadelen van paarden wordt altijd in acht genomen dat het paard een levend wezen is en ook pijn en ongemak kan ervaren. Opzadelen dus met rust en aandacht. Aansingelen gebeurt in 3 etappes.

Opzadelen

* Pony’s en paarden worden NIET met een hoofdstel om alleen op stal gelaten (geen teugels achter beugels en dat soort gevaarlijke dingen).

* De volgorde van opzadelen is
1. Eigen spullen als cap, zweep, handschoenen etc. klaarleggen naast de box;
2. Zadeldek onder en singel aan zadel vastmaken op boxdeur of zadelbok
3. Het zadel met zadeldek en singel op het paard leggen (singel vast, maar nog niet superstrak; het zadel moet niet kunnen verschuiven).
Let op: er moet niet meer dan 1 gaatje verschil tussen de singelstoten links en rechts zijn.
Let op: je trekt de singel niet in één keer strak, maar rustig links, dan rechts, steeds een gaatje strakker (in minimaal 3 etappes).
Vraag hulp als je het zadel niet op de paardenrug kunt krijgen!
Let op: laat nooit een zadel zonder singel op een paard liggen als je niet in de stal bent!
4. Eventueel een vliegen-rijdeken omdoen;
5. Je cap opzetten;
6. Als laatste het hoofdstel omdoen.
Moet je toch nog echt even weg van je paard, bijvoorbeeld om naar het toilet te gaan, dan vraag je een ander om je paard even vast te houden.

NB! Vliegensprays worden NIET in de stal, maar buiten opgespoten. 

Rijbaanregels

* Tijdens het rijden dienen de rijbaanregels in acht genomen te worden.

* Het gebruik van een mobiele telefoon is tijdens het rijden niet toegestaan.

* Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd, door bijvoorbeeld ”ingang vrij!” te roepen. Degene die de rijbaan in wil, wacht op toestemming van de ruiters in de baan.

* Leswisselingen vinden op een ordelijke en veilige manier plaats.

* Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting (richting K-E-H).

* Je stijgt niet zonder toestemming op. Iemand van de leiding kijkt altijd zadel en hoofdstel na en houdt het paard/de pony vast met opstijgen.

* Tijdens het opstijgen, rijden en afstijgen dient de rijbaan gesloten te zijn.

* Bij het opstijgen is het gebruik van een opstapkrukje is voor ruiters verplicht.

* Elke les wordt door een gediplomeerd instructeur gegeven, ook bv. als er wordt gereden zonder zadel.

* De rijvaardigheid van nieuwe gasten/deelnemers/ruiters wordt in de praktijk beoordeeld door de instructeur. De instructeur deelt ruiters naar hun niveau in bij de verschillende lessen.

* De combinatie die op de linkerhand rijdt, heeft bij het passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden). NB Heeft één van de combinaties in de baan problemen met links en rechts, dan blijft iedereen op dezelfde hand rijden en wordt er als groep van hand veranderd.
Let op: Op officiële wedstrijdterreinen gelden iets andere voorrangsregels!

* Uitstappen doe je op de tweede hoefslag.

* Niet halthouden of achterwaarts op de hoefslag.

* Houd altijd voldoende afstand (voor en achter) en tussenruimte (naast) tussen de paarden.

* Zorg ervoor dat je een andere ruiter niet hindert.

* Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.

* Houd rekening met elkaar en wees beleefd tegen elkaar.

* Behoudens ruiters die aan de lessen deelnemen mag niemand zich met de gang van zaken in de lessen bemoeien.

* Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.

Afstijgen

* Na het rijden wordt het zadeldekje onder het zadel weggepakt. Het zadel wordt direct in de zadelkast gehangen met zadeldekje en singel er bovenop. Is het zadeldekje vies, dan geef je het aan de leiding en krijg je een schone.

* Het bit wordt afgespoeld (onder de kraan naast de voordeur) en het hoofdstel wordt hierna meteen in de zadelkast gehangen.

* We proberen zuinig te zijn met water. Niet afspuiten, maar alleen de zweetplekken afsponzen (alleen bij extreem hoge temperaturen worden de paarden gedoucht).

Regels voor het buitenrijden

* Het is aan de instructeur om te beoordelen of een ruiter voldoende gekwalificeerd is om in een groep een buitenrit te maken op ons eigen terrein.

* De groep buitenrijders wordt begeleid door iemand in het bezit van een geldig instructeursdiploma.

* De instructeur instrueert de ruiters van de groep voor vertrek over de commando’s die onderweg worden gegeven en over algemene gedragsregels bij een val van een ruiter, het op hol slaan van een paard en dergelijke.

* De instructeur beschikt over een mobiele telefoon met het alarmnummer en de nummers van de manege en de dierenarts.

* De huisregels en rijbaanregels gelden ook voor buitenrijden, voor zover van toepassing.