Schrijven is een vak, dat je al doende leert.
Natuurlijk moet je fantasie hebben. Ik heb mijn hele leven gedagdroomd, een mooie basis. Maar fantasie is niet genoeg. Een verhaal moet ook een logische opbouw hebben en een goede technische uitwerking. Ik ben vroeger geholpen door Karel Eijkman, ook een kinderboekenschrijver (en véél meer). Hij leerde me dat een precieze vertelling van een handeling erg saai kan zijn. Lees het volgende voorbeeld maar: Annet loopt naar de voordeur. Ze pakt de sleutel uit haar zak en steekt hem in het sleutelgat. Ze draait de sleutel naar links en duwt de deur open. Ze haalt de sleutel weer uit het sleutelgat en steekt hem terug in haar zak. Dan loopt ze naar binnen en sluit de deur weer achter zich. Elke lezer is nu al afgehaakt. Wat kan die sleutel schelen? Beter is: Annet gaat naar binnen. Een schrijverstip (heel vaak gehoord, dus zeker niet alleen van mij): schrap alles wat je kunt schrappen.
Je leert veel over jezelf als je aan het schrijven bent.
Zo wilde ik eens een spannend boek schrijven. Dat werd ‘Nachtmerrie’ (1992). Maar ik kon het maar niet spannend krijgen. Ik gaf mijn hoofdpersoon veel te veel steuntroepen. Ik verplaatste me teveel in mijn hoofdpersoon en omdat ik zelf een bang persoon ben, wilde ik haar al die angst ook niet aandoen. Uiteindelijk heb ik het toch voor elkaar gekregen. Door te denken aan die enge, Amerikaanse films. Je weet wel, waarin een vrouw haar auto in zo’n donkere parkeergarage neerzet. Dan zie je als kijker al een paar zwarte schoenen in een deuropening staan, blikkert er een mes in het flauwe licht van het trapportaal en hoor je die engerd zwaar ademen. Dan schreeuw ik: ‘Ga daar toch weg, ga weg uit die parkeergarage. Neem voortaan een bodyguard mee en pepperspray of beter nog, zoek een rol in een andere film.’ Maar dat mens van die film luistert natuurlijk helemaal niet naar mij. Terwijl de muziek aanzwelt, loopt ze in de val. Toen ik het trucje van de film door had, kon ik verder met mijn boek. Ik plaatste mijn hoofdpersoon buiten de groep. Ze werd buitengesloten en niet geloofd en zo iemand is ineens erg kwetsbaar.
Het moeilijkste van een boek is het begin.
Waar, wanneer en hoe begint het verhaal. Ik begin meestal midden in een handeling, gewoon op de gok, wat me op dat moment invalt. Als ik maar een begin heb, zodat het verhaal kan beginnen. Soms verander ik het begin later weer. Mijn hoofdpersoon is dus ergens mee bezig en ik typ de eerste zinnen in op mijn computer. Op dat moment gaat er iets vreemds gebeuren. Vooraf heb ik alles verzonnen en bedacht. Een hoofdpersoon met haar gezin, de manege waar ze naartoe gaat, een moeder en een vader of juist geen moeder of vader. Leuke vriendinnen of juist een kreng als vriendin. Het huis waarin ze woont enz. enz.
Maar terwijl ik zo aan het typen ben lijkt het ineens alsof ik niet meer zelf aan het verzinnen ben. Dan is het alsof het verhaal een eigen leven gaat leiden. Allerlei beelden buitelen door mijn hoofd en als ik mijn ogen dicht doe, dan zie ik een film draaien. Een film in mijn hoofd. De beelden komen gewoon, achter elkaar en ik hoef alleen maar op te schrijven wat ik op de film zie. Ik begin steeds sneller en sneller te typen. Ik ben bang dat ik de film niet kan bijhouden. De volgende dag lees ik wat ik de vorige dag heb geschreven. Vaak ben ik verbaasd over wat er staat. Hoe kom ik erbij? Dit heb ik toch niet verzonnen?
Hier en daar verander ik wat en langzamerhand kom ik weer in het verhaal. Als ik aangekomen ben waar ik de vorige dag gestopt ben, gaat de film in mijn hoofd weer verder. Zo schrijf ik een boek of een verhaal. Elke dag een paar bladzijden. Na een dag of vier ongeveer heb ik een verhaal af, maar een boek duurt veel langer. Over een dun boekje doe ik ongeveer twee weken en over een dik boek ongeveer drie maanden.
Favoriete onderwerpen
Ik schrijf graag over paarden en verliefdheid. Ik heb zelf mijn hele jeugd op maneges rondgelopen en elke paardenliefhebber weet hoe besmettelijk het paardenvirus kan zijn. Paarden zijn zo, ja, hoe moet ik het zeggen? Ze zijn zo (p)aards. Ze ruiken zo lekker, maken zulke gezellige geluiden en zijn zo groot en warm, zo aaibaar. Inmiddels wonen we op een boerderij en hebben we negen pony’s en paarden. In de weekends hebben we logées die komen rijden en in de zomervakantie organiseren we ponykampen. Stof voor verhalen genoeg dus. Maar ik schrijf ook graag over verliefdheid. Ook al wordt mijn buitenkant steeds rimpeliger, in mijn hart ben ik een jaar of veertien, vijftien gebleven. Eindeloos kletsen met vriendinnen, de slappe lach om niets en fantaseren over die ene kanjer. Ach, was ik nog maar zo jong. Toch geweldig dat je de tijd kunt terugroepen door verhalen te verzinnen. Dat is misschien wel het mooiste van boeken schrijven. Je bent weer net zo oud als je hoofdpersoon.
In de serie HARTenPAARD heb ik mijn favoriete onderwerpen samen kunnen brengen. In ‘Help, ik ben weer verliefd’ gaat mijn hoofdpersoon zo gevaarlijk raar doen als ze verliefd is op een jongen, dat ze probeert jongens te mijden. En hoe kan dat beter dan door op een manege te gaan paardrijden? Een manege wordt voornamelijk bevolkt door meisjes. Maar je begrijpt het al: zelfs daar is ze niet veilig voor jongens. Ook is de combinatie liefde en paarden terug te vinden in de paardensoap die ik heb geschreven: Liberty Love met als eerste deel ‘De prijs van de cross’.
Emoties Emoties vind ik heel belangrijk in een boek. Deze emoties mogen best zwaar zijn, of sentimenteel. Als kind vond ik boeken met veel emotie erin heerlijk. Ik had dan een goed excuus om te huilen en kon op deze manier veel opgestapelde verdrietjes kwijt.
Ik hield vooral van verhalen over dieren: honden die van hun baasje werden gescheiden en honderden kilometers aflegden in de meest barre omstandigheden om hem terug te vinden. Verder was de serie ‘Black, de zwarte hengst’ favoriet. Maar ik hield ook van echte meisjesboeken. Damesromannetjes vond ik ook prachtig. Van die stripverhalen, waarin zij hem uiteindelijk kreeg. De zus van mjin vriendin had honderden van die boekjes. Wij lazen er wel vijf per middag. Ondertussen paften we er flink op los en dronken we cola en aten chips. Heerlijk gewoon!