Sinds augustus 2024 is Logeerboerderij Hippago aangesloten bij de Manege- en Ruiterbond. Wij werken volgens de richtlijnen van Welzijn & Veiligheid, het keurmerk van de Manege & Ruiterbond.

Het keurmerk kun je hier bekijken: Keurmerk Welzijn & Veiligheid
Hieronder kun je downloaden:

1. Huisregels Hippago
2. Terreinregels Hippago
3. Stalregels Hippago
4. Cap- en kledingvoorschrift Hippago
5. Rijbaanregels Hippago
6. AV Manege Hippago
7. Calamiteitenplan Hippago

Huisregels

Samen de klus klaren
*Op Hippago doen we ongeveer een uur per dag klusjes om de paarden te verzorgen (stallen mesten, drinkbakken bijvullen, aanvegen). Alle deelnemers doen mee en we zijn tegelijkertijd klaar. Dus als er nog andere deelnemers bezig zijn, gaan we die helpen als we klaar zijn.
*Er is een schema om te helpen met tafel dekken en/of tafel afruimen en/of afspoelen en/of vaat in de vaatwasser zetten.

Mobieltjes en social media
Mobieltjes staan niet aan tijdens het programma en de gezamenlijke maaltijden! Als je in je vrije tijd wordt gebeld, dan ga je naar een andere ruimte of naar buiten om het gesprek te voeren, zodat de groep daar geen last van heeft.
Er worden altijd mooie en grappige foto’s en filmpjes gemaakt. We spreken af dat we geen filmpjes of foto’s op You Tube, Facebook, Instagram, Tiktok of andere Social Media zetten zonder toestemming van de personen die op beeld te onderscheiden zijn.
Let op! Opladers dienen niet in het stopcontact te blijven nadat een mobieltje is opgeladen. Dit levert brandgevaar op.

Respect voor spullen van een ander
Op Hippago willen we graag dat je spullen veilig zijn. Je gebruikt geen mobieltje van een ander zonder toestemming; je pakt geen snoep of frisdrank van een ander zonder toestemming en ook andere spullen en geld van een ander laat je ongemoeid. Zelf zorg je er voor dat snoep, geld en andere spullen niet rondslingeren, zodat duidelijk is wat van wie is. Je gedraagt je in onze binnenaccommodaties en op ons terrein zoals je je thuis ook gedraagt. Je laat de badkamer achter zoals je hem aantrof, je gaat voorzichtig met de spullen om en je gaat niet met je vieze vingers aan de muren of aan de meubels zitten. Een wc laat je netjes achter. Als er iets stuk is of volgens jou niet in orde is, kom je dat direct melden bij de leiding zodat het zo spoedig mogelijk in orde kan worden gemaakt.

Vuile vaat en vuilnis
Glas en glazen mogen niet meegenomen worden uit de kantine en in de buurt van paarden, stallen of weiland worden neergezet. Alleen in en om accommodaties zoals pipowagens en veranda.
Plastic, papier en afval worden in vuilnisbakken gegooid.
Maandverband en tampons worden in wc-papier gerold en in het afvalbakje gegooid.

Omgangsregels
Op Hippago gaan we respectvol met elkaar om. We schelden elkaar niet uit, pesten elkaar niet, sluiten elkaar niet buiten en helpen elkaar waar nodig. Zijn er problemen in de groep, dan worden deze met elkaar – in aanwezigheid van de leiding – doorgesproken en opgelost.

Ook met de buren houden we rekening. We hebben goed contact met al onze buren en dat willen we graag zo houden!
Het pad naar ons huis is voor een deel eigendom van Hippago en voor een deel eigendom van de buren. Op het pad wordt stapvoets gereden met auto’s, de inham van de buren wordt niet gebruikt als mogelijkheid om de auto te keren of te parkeren of als fietsenstalling. We laten geen rommel achter op het pad.
Voor 8 uur ’s morgens en na 10.00 uur ’s avonds wordt er buiten niet geroepen, geschreeuwd, gezongen, hard gelachen of anderszins lawaai gemaakt.

Regels ten aanzien van agressie
Op Hippago accepteren wij niet dat iemand de stemming verpest door vervelend tegen anderen te doen, anderen uit te schelden, de baas te spelen, of een boze bui te hebben waar anderen bij zijn.
Als het gedrag van een individu de stemming van de groep nadelig bepaalt of bepaald heeft door verbale agressie (schelden, schreeuwen), of als andere deelnemers bang worden of zijn geweest van deze vorm van agressie, dan wordt de deelnemer weggestuurd.

Terreinregels

* Aanwijzingen van de leiding dienen opgevolgd te worden.
* Aanwezigheid op het manegeterrein geschiedt op eigen risico.
* Kinderen jonger dan 8 jaar mogen uitsluitend onder directe begeleiding van ouders of verzorgers bij de stallen komen.
* Rondom stallen, weilanden en rijbanen zijn voor bezoekers dichte schoenen verplicht. Daar mag je dus niet met teenslippers of sandalen komen.
* Bezoekers mogen niet in weide, paddocks en stallen komen als er een paard in staat.
* Als er ergens een bruin lint hangt (bijvoorbeeld op het zadnpad) betekent dit: verboden toegang.
* Aanwezigen op het terrein dienen zich rustig te gedragen en dienen op veilige afstand van de rijbaan te blijven. Ze mogen zich niet ongevraagd met de gang van zaken tijdens het rijden/instructie bemoeien.
* Ouders/verzorgers van kinderen dienen hun kinderen zoveel mogelijk in de gaten te houden, en te attenderen op de gevaren en risico’s van het spelen op een hippische accommodatie.
* Het is niet toegestaan om op foerage (stro-, hooi- en kuilbalen) en machines te spelen.
* Honden zijn in het algemeen niet toegestaan op ons terrein. In overleg wordt hier een enkele keer op afgeweken.
* Alcoholgebruik is alleen toegestaan bij de wettelijk toegestane leeftijd.
* Alcoholgebruik voor of tijdens het rijden is niet toegestaan.
* Het in bezit hebben en/of gebruik van drugs (hier valt ook lachgas onder) is ten strengste verboden op Hippago.

Roken

* Met uitzondering van de locaties die daartoe expliciet zijn aangewezen geldt voor het hele terrein een rookverbod. Wel gerookt mag worden:
– op het terras tussen de boerderij en het activiteitengebouw
– in de tuin van het vakantiehuisje

Een goedgekeurde cap is verplicht op Hippago

Op Hippago wordt altijd met een goedgekeurde veiligheidcap gereden. Dit geldt voor alle omstandigheden wanneer een ruiter op een pony of paard zit, dus ook tijdens het opstijgen, in- en uitstappen en afstijgen.

Hoe weet je of je een goedgekeurde cap hebt?
Uit officiële bron: “De veiligheidscap dient bestemd te zijn voor de paardensport en te zijn voorzien van een CE markering. Caps die voor 21 april 2019 op de markt zijn gebracht moeten voldoen aan de Richtlijn 89/686/EEG. Producten die al voor 21 april 2019 op de markt gebracht zijn op basis van de Richtlijn mogen nog wel verkocht worden. Caps die vanaf 21 april 2019 op de markt worden gebracht moeten voldoen aan de Verordening 2016/425.”

In de Europese richtlijn 89/686/EEG is vastgelegd waar alle caps die in Europa verkocht worden aan moeten voldoen op het gebied van veiligheid. Er zijn een aantal normen waarmee fabrikanten kunnen aantonen dat ze aan deze richtlijn voldoen.
Caps die geproduceerd zijn tot eind 2014 moeten voldoen aan de norm EN1384:2012.
Caps die gemaakt zijn vóór eind 2014 (de productiedatum moet in je cap staan) en voldoen aan de norm EN1384:2012 zijn nog steeds veilig. Je mag daar dus gewoon mee rijden.

De EN1384-norm is tijdelijk vervangen door de VG1. Voor de VG1-norm moeten caps een zwaardere test doorstaan op sterkte van de riempjes en sluitingen, weerstand, stabiliteit en natuurlijk schokabsorptie. De bekendste norm is VG1 01.040 2014-12, beter bekend als de VG-1 norm.

Voorbeelden

1. QHP-cap – norm VG1 01.040 2014-12, geproduceerd in september 2015

2. Harry’s Horse cap – norm VG1 01.040 2021-06 – geproduceerd in december 2023

De VG1 is nét weer vervangen door een nieuwe EN1384-norm.

3. Harry’s Horse cap CE EN1384:2023, geproduceerd op 21 mei 2024

4. Fouganza-cap van Decathlon: EN1384:2017 PAS015:2011

Overgenomen van de website van Stichting Veilige Paardensport:

PAS015 normering
Deze normering wordt door sommige fabrikanten gebruikt als extra veiligheidsindicatie. De norm is van Britse oorsprong en ontwikkelt door de BSI (British Standards Institute), zelfs al vóór het ontstaan van de EN1384 norm.
PAS015 is gebaseerd op concepten van de EN1384 toen deze nog niet definitief was door telkens de zwaarste optie te nemen. Toen de definitieve versie van de EN1384 eenmaal bekend was is de PAS015 door de Britten op enkele punten nog verder aangepast zodat hij op alle fronten minimaal voldeed aan de EN1384. Na het schrappen van de EN1384 in oktober 2014 werd de verkoop van helmen die ook volgens de PAS015 norm gecertificeerd waren gedoogd.

Korte handleiding
Kijk in je cap, daar hoort een etiket/label te hangen of het label is geplakt op de binnenkant van je cap, onder de binnenvoering. Soms zit het vast aan de binnenvoering. Als je cap één van de volgende markeringen heeft is het sowieso een goedgekeurde cap. Vind je zo’n markering niet, stuur dan even een foto van het label of de binnenkant van je cap op naar WhatsApp 06-12890519, zodat wij even kunnen kijken.

De juiste markering:
1. CE EN1384: vanaf 2012 e.v.
Heb je een cap met label EN1384 met een jaartal vóór 2012 dan is het géén goedgekeurde cap.
2. CE VG1 01.040: vanaf ongeveer 2014 –  ongeveer 2023
3. PAS015 met een jaartal na 2012
4. CE EN1384: vanaf 2023
Let op! De productiedatum staat ook op het label
Let op! Heeft je cap een onleesbaar label, dan is het ook geen goedgekeurde cap!

Een cap moet goed passen

Om je capmaat te bepalen, meet je met een meetlint de omtrek van je hoofd, zo’n 2,5 centimeter boven je wenkbrauwen. Het aantal centimeters is je capmaat.
Een cap zit goed als deze niet te los en niet te strak zit en mooi aansluit om je hoofd. Bij een cap met een draaisysteem, is het belangrijk dat je past met het draaisysteem helemaal open. Zit de cap dan goed? Dan heb je de goede maat te pakken. Is hij te los of juist te strak? Kies dan een andere maat of probeer een ander model. Maak dan de riempjes op maat en draai het draaisysteem vast.

Testen
Schud met je hoofd, pak de cap stevig vast en beweeg hem op en neer en loop een paar rondjes. De cap moet zo strak zitten dat hij goed op je hoofd blijft zitten als je je hoofd ondersteboven houdt en de kinriem losmaakt. Maar het is ook niet de bedoeling dat je hoofdpijn krijgt van de cap. Enige speling kun je oplossen met het draaisysteem, maar het is belangrijk dat de schaal van de cap goed aansluit op je hoofd.

Draag bij het passen je haar zoals je dat ook tijdens het paardrijden doet. De rand van de cap moet ongeveer twee vingerbreedtes boven de wenkbrauwen zitten en de cap hoort recht op je hoofd te staan. Een te ver naar achter gezakte cap kan voor nekletsel zorgen bij een val.

Tip! Een cap past nooit goed over een hoge paardenstaart of speldjes in de haren. Het elastiekje van je paardenstaart moet onder de cap vallen.

Wanneer ben je toe aan een nieuwe cap?

Fabrikanten raden aan om ongeveer iedere vijf jaar een nieuwe cap aan te schaffen. Ook na een val is het belangrijk om je cap te vervangen. Er kunnen onzichtbare beschadigingen zijn in het binnenwerk waardoor de veiligheid is verminderd of verdwenen.

Kledingvoorschrift op Hippago

* Ben je een beginnende ruiter? Dan zijn voor de eerste paar lessen regenlaarzen (laarzen met een hak!) en een makkelijke joggingbroek voldoende. Als je gaat rijden is een goedgekeurde veiligheidscap altijd verplicht. Voor de eerste lessen kun je er eentje lenen bij de receptie.

* Voor de meer ervaren ruiters zijn rijlaarzen of jodphurlaarsjes met chaps verplicht. Het schoeisel moet ruim in de stijgbeugels passen.

* Ruiters mogen tijdens het rijden geen grote, uitstekende en/of loshangende sieraden en losse kleding dragen. Vooral géén flapperende regenjassen. Ook geen ringen aan de vingers of grotere oorbellen dan knopjes.

Stal- en rijbaanregels

* In en om de stallen wordt niet gerend, geschreeuwd of gestoeid. De radio mag aan staan, maar niet keihard. Als de paarden eten, worden ze met rust gelaten.
* Het gangpad mag nooit geblokkeerd zijn door hooi, stro, zadels, laarzen e.d. Als een paard in de gang schrikt, moet zijn begeleider zich in veiligheid kunnen brengen.

* Pony’s en paarden krijgen geen snoep of eten tussendoor als ze op stal staan. Alle pony’s en paarden krijgen tegelijkertijd voer.

* Paarden mogen alleen onder toezicht van medewerkers of personen die hier ervaring mee hebben in/uit de weide gehaald worden. Er gaat altijd iemand (door de leiding aangewezen) mee om het stroomdraad open en dicht te doen. Als pony’s en paarden uit de wei zijn gehaald, worden àlle linten en stroomdraden weer dichtgedaan.

* Er lopen nooit meer dan 2 pony’s of paarden achter elkaar aan. Er is minimaal 1 paardlengte afstand tussen de twee. Je gaat niet met pony of paard de stal in voordat je zeker weet dat het gangpad vrij is. In het gangpad kan een paard niet keren!

Poetsen

* Lespaarden worden alleen zonder toezicht gepoetst/opgezadeld wanneer men over voldoende deskundigheid beschikt. Dit ter beoordeling van de leing van Hippago.

* Pony’s en paarden worden niet vastgezet op stal of buiten. De meeste pony’s en paarden gaan namelijk hangen als ze worden vastgezet. Het halster mag wel om blijven, maar zonder halstertouw.

* Pony’s en paarden worden op stal gepoetst en opgezadeld. Tijdens het poetsen wordt de boxdeur met de bovenste grendel gesloten.

* De poetsdoos blijft buiten de stal staan (we hebben al genoeg stukke poetsdozen).

* Er wordt NIETS in de voerbakken van de paarden gelegd tijdens het poetsen, opzadelen en afzadelen. Een voerbak is voor het eten van het paard en niet voor bv. borstels met haren en zand.

* De bedoeling van poetsen is
1. Dat je contact legt met het paard/de pony waarop je gaat rijden zodat je op elkaar ingetuned raakt;
2. Dat je paard/pony wordt gemasseerd zodat hij zich kan ontspannen;
3. Dat zand en aangekoekte mestresten worden weggenomen daar waar zadel, singel en hoofdstel komen zodat drukplekken worden voorkomen.

* De volgorde van poetsen is
1. Met de roskam zand en mestresten losmaken in de vacht
2. Met de zachte borstel zand en mestresten wegvegen van de vacht
3. Met de manenborstel de manen uit de klit halen
4. De harde borstel is eigenlijk voor de staart, maar wij hebben afgesproken dat de voorpluk en de staart van onze pony’s en paarden niet worden geborsteld of gekamd! Elke keer dat dat gebeurt, verliezen ze namelijk haren. De manen zelf mogen wel worden geborsteld.
5. Hoeven krabben hoeft hier niet omdat het op Hippago geen meerwaarde heeft (op andere maneges juist wel, dus denk eraan dat elke manege zijn eigen regels heeft).

* Na het poetsen en voor het zadelen wordt de poetsdoos of – tas goed gesloten en weer in de zadelkast gelegd.

* Bij het poetsen en opzadelen van paarden wordt altijd in acht genomen dat het paard een levend wezen is en ook pijn en ongemak kan ervaren. Opzadelen dus met rust en aandacht. Aansingelen gebeurt in 3 etappes.

Opzadelen

* Pony’s en paarden worden NIET met een hoofdstel om alleen op stal gelaten (geen teugels achter beugels en dat soort gevaarlijke dingen).

* De volgorde van opzadelen is
1. Eigen spullen als cap, zweep, handschoenen etc. klaarleggen naast de box;
2. Zadeldek onder en singel aan zadel vastmaken op boxdeur of zadelbok
3. Het zadel met zadeldek en singel op het paard leggen (singel vast, maar nog niet superstrak; het zadel moet niet kunnen verschuiven).
Let op: er moet niet meer dan 1 gaatje verschil tussen de singelstoten links en rechts zijn.
Let op: je trekt de singel niet in één keer strak, maar rustig links, dan rechts, steeds een gaatje strakker (in minimaal 3 etappes).
Vraag hulp als je het zadel niet op de paardenrug kunt krijgen!
Let op: laat nooit een zadel zonder singel op een paard liggen als je niet in de stal bent!
4. Eventueel een vliegen-rijdeken omdoen;
5. Je cap opzetten;
6. Als laatste het hoofdstel omdoen.
Moet je toch nog echt even weg van je paard, bijvoorbeeld om naar het toilet te gaan, dan vraag je een ander om je paard even vast te houden.

NB! Vliegensprays worden NIET in de stal, maar buiten opgespoten.

Rijbaanregels

* Tijdens het rijden dienen de rijbaanregels in acht genomen te worden.

* Het gebruik van een mobiele telefoon is tijdens het rijden niet toegestaan.

* Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd, door bijvoorbeeld ”ingang vrij!” te roepen. Degene die de rijbaan in wil, wacht op toestemming van de ruiters in de baan.

* Leswisselingen vinden op een ordelijke en veilige manier plaats.

* Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting (richting K-E-H).

* Je stijgt niet zonder toestemming op. Iemand van de leiding kijkt altijd zadel en hoofdstel na en houdt het paard/de pony vast met opstijgen.

* Tijdens het opstijgen, rijden en afstijgen dient de rijbaan gesloten te zijn.

* Bij het opstijgen is het gebruik van een opstapkrukje is voor ruiters verplicht.

* Elke les wordt door een gediplomeerd instructeur gegeven, ook bv. als er wordt gereden zonder zadel.

* De rijvaardigheid van nieuwe gasten/deelnemers/ruiters wordt in de praktijk beoordeeld door de instructeur. De instructeur deelt ruiters naar hun niveau in bij de verschillende lessen.

* De combinatie die op de linkerhand rijdt, heeft bij het passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden).
NB Heeft één van de combinaties in de baan problemen met links en rechts, dan blijft iedereen op dezelfde hand rijden en wordt er als groep van hand veranderd.
Let op: Op officiële wedstrijdterreinen gelden iets andere voorrangsregels!

* Uitstappen doe je op de tweede hoefslag.

* Niet halthouden of achterwaarts op de hoefslag.

* Houd altijd voldoende afstand (voor en achter) en tussenruimte (naast) tussen de paarden.

* Zorg ervoor dat je een andere ruiter niet hindert.

* Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.

* Houd rekening met elkaar en wees beleefd tegen elkaar.

* Behoudens ruiters die aan de lessen deelnemen mag niemand zich met de gang van zaken in de lessen bemoeien.

* Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.

Afstijgen

* Na het rijden wordt het zadeldekje onder het zadel weggepakt. Het zadel wordt direct in de zadelkast gehangen met zadeldekje en singel er bovenop. Is het zadeldekje vies, dan geef je het aan de leiding en krijg je een schone.

* Het bit wordt afgespoeld (onder de kraan naast de voordeur) en het hoofdstel wordt hierna meteen in de zadelkast gehangen.

* We proberen zuinig te zijn met water. Niet afspuiten, maar alleen de zweetplekken afsponzen (alleen bij extreem hoge temperaturen worden de paarden gedoucht).

Regels voor het buitenrijden

* Het is aan de instructeur om te beoordelen of een ruiter voldoende gekwalificeerd is om in een groep een buitenrit te maken op ons eigen terrein.

* De groep buitenrijders wordt begeleid door iemand in het bezit van een geldig instructeursdiploma.

* De instructeur instrueert de ruiters van de groep voor vertrek over de commando’s die onderweg worden gegeven en over algemene gedragsregels bij een val van een ruiter, het op hol slaan van een paard en dergelijke.

* De instructeur beschikt over een mobiele telefoon met het alarmnummer en de nummers van de manege en de dierenarts.

* De huisregels en rijbaanregels gelden ook voor buitenrijden, voor zover van toepassing.