Op Hippago werken we volgens de richtlijnen van Welzijn & Veiligheid, het keurmerk van de Manege & Ruiterbond.

Hieronder kun je downloaden:

1. Huisregels
2. Rijbaanregels
3. Regels Buitenrijden
4. Calamiteitenplan Hippago

Huisregels

  • Tijdens het rijden op het terrein of daarbuiten is het dragen van een veiligheidscap en rijkleding met daarbij behorend voor de paardensport passend schoeisel verplicht.
  • Ouders/verzorgers van kinderen dienen hun kinderen zoveel mogelijk in de gaten te houden, en te attenderen op de gevaren en risico’s van het spelen op een hippische accommodatie.
  • Het is niet toegestaan om op foerage (stro-, hooi- en kuilbalen) en machines te spelen.
  • Met uitzonderingen van de locaties die daartoe expliciet zijn aangewezen geldt voor het gehele terrein een rookverbod. Het rookverbod geldt ook op het paard.
  • Aanwijzingen van het stalpersoneel en instructeurs dienen opgevolgd te worden.
  • De stalgangen dienen netjes te zijn en vrij van obstakels. Harnachement, poetsspullen, gereedschap e.d. moeten direct na gebruik worden opgeruimd in de daarvoor bedoelde ruimtes.
  • Het gebruikte harnachement van iedere combinatie (ook van pensionklanten) dient goed onderhouden te zijn en minimaal 1 keer per maand gecontroleerd te worden op gebreken en slijtage. 
  • Aanwezigen op het terrein dienen zich rustig te gedragen en dienen op veilige afstand van de rijbaan te blijven. Zij mogen zich niet ongevraagd met de gang van zaken tijdens het rijden/instructie bemoeien.
  • Honden zijn niet welkom.
  • Tijdens het rijden dienen de rijbaanregels in acht genomen te worden.
  • Alcoholgebruik voor of tijdens het rijden is niet toegestaan.
  • Klanten en/of vrijwilligers mogen alleen lespaarden en pony’s poetsen, van en naar stal begeleiden en op- of afzadelen als dit onder toezicht van stalpersoneel gebeurt.
  • Klanten en/of vrijwilligers mogen lespaarden en pony’s zonder toezicht verzorgen wanneer zij hiervoor voldoende kennis en ervaring hebben en de accommodatiehouder hiermee heeft ingestemd.
  • De rijvaardigheid van nieuwe klanten wordt in de praktijk beoordeeld door de instructeur. De instructeur deelt ruiters naar hun niveau in bij de verschillende lessen.
  • Het gebruik van een mobiele telefoon is tijdens het rijden niet toegestaan.
  • De accommodatiehouder heeft het recht om een bezoeker die handelt in strijd met de bepalingen van deze huisregels de toegang met onmiddellijke ingang te weigeren.

Rijbaanregels

* Bij het rijden dienen alle ruiters een goed passende veiligheidshelm bestemd voor de paardensport voorzien van CE-markering te dragen. Dit geeft overeenstemming met de wetgeving aan. Caps die voor 21 april 2019 op de markt zijn gebracht moeten voldoen aan de Richtlijn 89/686/EEG. Caps die vanaf 21 april 2019 op de markt worden gebracht moeten voldoen aan de Verordening 2016/425.

* Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd , door bijvoorbeeld “ingang vrij!” te roepen.

* Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting.

* Indien een ruiter alleen in de rijbaan rijdt dient deze een mobiele telefoon bij zich te dragen.

* Tijdens het rijden dient de rijbaan gesloten te zijn.

* Wanneer de accommodatiehouder toestaat dat er gelongeerd wordt in de rijbaan dan mag dit alleen wanneer er zich geen ruiters in die rijbaan bevinden.

* De combinatie welke op de linkerhand rijdt heeft bij elkaar passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden).

* Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.

* Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.

* Bij het rijden dienen alle ruiters rijlaarzen te dragen of stevige schoenen met een gladde doorlopende zool en een hak, eventueel gecombineerd met chaps. De rijlaarzen of schoenen dienen ruim in de stijgbeugels te passen.

* Ruiters mogen geen grote, uitstekende en/of loshangende sieraden en losse kleding dragen. Bij het rijden op ons achterterrein dient er op gelet te worden dat geen jassen met een capuchon worden gedragen.

Regels voor het buitenrijden

  • Het is aan de instructeur om te beoordelen of een ruiter voldoende gekwalificeerd is om in een groep een buitenrit te maken (openbare weg of natuurgebied).
  • De groep moet worden begeleid door een ruiter die, naast voldoende kennis en ervaring om leiding te geven aan een groep, tevens in het bezit is van een instructeursdiploma of geldig ruiterbewijs.
  • De begeleider dient bekend te zijn met de te rijden route.
  • De leider van de groep moet de ruiters van de groep voor vertrek instrueren over de commando’s die onderweg worden gegeven en over algemene gedragsregels bij een val van een ruiter, het op hol slaan van een paard en dergelijke.
  • De leider van de groep beschikt over een mobiele telefoon met het alarmnummer en de nummers van de manege en de dierenarts.
  • De leider van de groep heeft een reserve beugelriem en een scherp zakmes.
  • Een groep die naar buiten gaat mag niet groter zijn dan 10 ruiters in totaal.
  • Ruiters die op een lespaard individueel naar buiten gaan, moeten in het bezit zijn van een geldig ruiterbewijs. Ruiters die op hun eigen paard naar buiten gaan, worden gestimuleerd het ruiterbewijs te behalen.
  • De huisregels en rijbaanregels gelden ook voor buiten rijden, voor zover van toepassing.
  • Bij het rijden in het donker of schemer dient de ruiter de wettelijk verplichte verlichting te voeren. De ruiter moet licht voeren dat rood licht naar achteren straalt en wit of geel licht naar voren.
  • Het dragen van reflecterend materiaal door paard en ruiter wordt sterk aanbevolen.
  • Bij buitenritten met minder ervaren ruiters is de aanwezigheid van een ervaren ruiter gewenst, ter ondersteuning van de begeleider van de groep.